Tientallen reflecties op effect van Coronacrisis op het openbaar bestuur

Geschreven door Redactie

Onder wetenschappers en bestuurders is ruim drie maanden na het begin van de lock down tevredenheid over de slagkracht van het openbaar bestuur, maar zorg over democratie en rechtsstaat. Dat komt naar voren in de Reader 'Het openbaar bestuur voorbij Corona’ die Raad voor het Openbaar Bestuur heeft samengesteld. Daarin staan meer dan dertig korte reflecties van wetenschappers en bestuurders op de invloed van de crisis op het functioneren van het openbaar bestuur, de democratie en rechtsstaat.

Han Polman, voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur, zegt: “Nu de grootste urgentie van de crisis – een oncontroleerbare toeloop op IC’s – voorlopig is geweken, gaat de crisis een nieuwe fase in. Daarbij is het wenselijk dat de politiek zijn primaat weer pakt en de rechtsstaat voor een machtsbalans tussen de instituties zorgt.”

De Raad was vooral benieuwd naar beknopte observaties, notities, knelpunten en dilemma’s. Meer dan dertig auteurs waren bereid om binnen een week hun bijdrage aan de Reader te leveren. Veel auteurs wijzen er in de Reader op, dat deze crisis door het openbaar bestuur doeltreffend het hoofd is geboden. Daarbij wordt vooral gewezen op het succes van de Veiligheidsregio. Die bleek in staat snel en kordaat te handelen, met de burgemeester van de grootste gemeente in de regio als boegbeeld. 

De paradox is dat de zorgen die tegelijkertijd worden gesignaleerd over democratie en rechtsstaat ook verband houden met die Veiligheidsregio. De democratische omissie is erin gelegen dat de Veiligheidsregio geen bestuurslaag is met een gekozen volksvertegenwoordiging die het regionale bestuur kan controleren. De burgemeester van de grootste gemeente vervult de rol van voorzitter van de Veiligheidsregio, maar die zal niet alle Raden van de gemeenten die in zijn verzorgingsgebied vallen langs gaan om daar uitleg te verschaffen aan of verantwoording af te leggen in de plaatselijke gemeenteraad. Tal van gemeenteraden maar ook colleges van burgemeester en wethouders hebben werkloos moeten toezien hoe een andere en niet democratisch gekozen bestuurslaag de macht overnam en ingrijpende besluiten nam.

In het verlengde daarvan noteren enkele auteurs in hun bijdrage hun zorgen over de borging van tot voor kort als onaantastbaar geachte rechtsstatelijke principes. De vrijheden van vergadering, godsdienst en ontmoeting werden op het hoogtepunt van de crisis tijdelijk ‘on hold’ gezet. Het maatschappelijke draagvlak daarvoor was groot, maar politieke controle en tegenspraak was aanvankelijk gering. Een adequate rechtsstatelijke borging vereist dat de inperking van grondrechten een goede onderbouwing krijgt en voor een beperkte tijd geldt waarbij vooraf duidelijk is voor hoe lang of onder welke voorwaarden die beperkingen weer kunnen worden opgeheven. Die duidelijkheid en kaders ontbraken en ontbreken in veel gevallen nog steeds.



Onze Ambassadeurs