De landbouw is niet voor 46 maar voor 25 procent verantwoordelijk voor de neerslag van stikstof in natuurgebieden. Dat is de conclusie van het Mesdag Zuivelfonds dat de data van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft laten analyseren. De commissie Remkes heeft het Rijk geadviseerd op basis van de berekeningen van het RIVM. Volgens het Mesdagfonds keek Remkes ten onrechte naar de neerslag van stikstof in heel Nederland. 

Als je puur kijkt naar de uitstoot van stikstof in natuurgebieden, is volgens het Mesdag Zuivelfonds niet de landbouw, maar het verkeer met ruim 41 procent de grootste boosdoener. Mogelijk zijn dus zowel de cijfers van het RIVM, waar het Rijk haar beleid op baseert, als die van het Mesdag Fonds juist, maar is er een verschil van interpretatie. Verder zou uit de nieuwe berekening volgens Geesje Rotgers, onderzoeker van het Mesdag Zuivelfonds blijken dat de maatregelen van de overheid om de stikstofneerslag te verminderen weinig effectief zijn. 

Het uitkopen van veehouderijen rond natuur heeft volgens Rotgers weinig zin, want het zou nauwelijks bijdragen aan de reductie van stikstofdepositie. Verder constateert Rotgers dat de overheid landbouwbedrijven tot de laatste koe in beeld heeft, terwijl van industriële bedrijven die stikstof uitstoten niet of nauwelijks gegevens bekend zijn. Daardoor is het volgens de onderzoeker moeilijk om het aandeel van de industrie goed in beeld te krijgen.