Er zijn steeds meer sprinkhanen in Nederland
In Nederland komen sinds 1990 steeds meer sprinkhanen voor.
Van de 35 soorten sprinkhanen blijkt van 16 soorten de verspreiding te zijn toegenomen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. In ons land planten 53 soorten sprinkhanen zich voort.
Het gaat best goed met sprinkhanen
Het CBS kan sinds enkele jaren met nieuwe statistische modellen, betrouwbare trends van sprinkhanen berekenen uit ‘losse’ waarnemingen. Deze trends worden gebaseerd op de verspreidingen. De meeste soorten sprinkhanen zijn stabiel of gaan vooruit. Dit wordt gemeten in het aantal vierkante kilometers dat zij bezetten. Er zijn tien soorten die een negatieve trend vertonen. Een toename in verspreiding betekent in het algemeen ook toename in aantallen. Het gaat dus relatief goed met de sprinkhanen.
Problemen bij weinig waarnemingen
De modellen werken niet goed voor soorten met weinig waarnemingen en een beperkte verspreiding. De wrattenbijter, locomotiefje en bosdoorntje behoren tot de zeldzame soorten en kunnen daardoor niet worden meegenomen in de analyse. Er is een andere methode nodig voor het volgen van deze zeldzame soorten.