Minister Dekker breidt aanpak voortvluchtige veroordeelden uit
Het ministerie van Justitie en Veiligheid, politie, Openbaar Ministerie (OM), CJIB en Justid hebben de laatste jaren een groot aantal voortvluchtige veroordeelden opgespoord. In totaal werden er 1.466 mensen aangehouden om alsnog hun gevangenisstraf uit te zitten. Dat schrijft minister Dekker voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer. Ook kondigt hij extra maatregelen aan om te voorkomen dat veroordeelden onvindbaar worden. Dekker meldt daarnaast dat hij van plan is om de aanpak uit te breiden naar andere straffen.
“In een rechtsstaat hoort het zo te zijn dat mensen die straf verdienen, ook echt straf krijgen. Ik voel het als een verplichting aan slachtoffers en nabestaanden, dat veroordeelden de straf uitzitten die ze opgelegd hebben gekregen. Ik ben ook blij dat wij nu de volledige kaartenbak hebben omgekeerd en veel veroordeelden die in Nederland zaten alsnog hebben opgepakt. Nu is het zaak dat wij ook voorkomen dat veroordeelden met de noorderzon vertrekken”, aldus Dekker.
Het programma ‘Onvindbare veroordeelden’ en het werk van het Fugitive Active Search Team (FAST) van politie en OM hebben ervoor gezorgd dat ook het afgelopen jaar het aantal veroordeelden met een openstaande gevangenisstraf weer kleiner is geworden. Het programma heeft gewerkt met uitgebreid open bronnenonderzoek, zoals bijvoorbeeld het uitpluizen van social media. Ook is er een app ontwikkeld waarmee agenten openstaande straffen kunnen raadplegen. Dit heeft ervoor gezorgd dat in ruim een jaar tijd 963 personen met een gevangenisstraf in Nederland zijn aangehouden, terwijl voor 2019 met de politie was afgesproken om tot 520 aanhoudingen te komen. Dankzij inspanningen van FAST, dat zich richt op internationaal gesignaleerde veroordeelden met straffen van meer dan 300 dagen, zijn sinds 2016 503 mensen opgepakt, waarvan 135 in 2019. Minister Dekker is van plan nog meer te doen om te zorgen dat veroordeelde criminelen hun straf niet kunnen ontlopen. Hij doet dat langs drie lijnen:
• Voorkomen. Het meest effectief is om te voorkomen dat veroordeelden zich aan hun straf kunnen onttrekken. Lukt dat ze, dan vlucht namelijk 90 procent naar het buitenland en is de kans klein dat een straf kan worden uitgevoerd. Dankzij afspraken met de rechtspraak en het OM kan het risico op onttrekking beter worden ingeschat. Ook wordt een proef gestart om bij een verhoogd risico snelrecht toe te passen, zodat een straf direct kan worden uitgevoerd. Daarnaast wordt gekeken of schorsing van de voorlopige hechtenis achterwege kan blijven bij risico op onttrekking. Verder wordt verkend of een borgsom bij schorsing onttrekking kan voorkomen.
• Effectiever opsporen. De opsporing van onvindbaren gaat onverminderd door. De eerste resultaten van de vorig jaar aangekondigde ‘Eén-Overheid’ aanpak in Amsterdam hebben vruchten afgeworpen. Wanneer voortvluchtigen zich melden om bijvoorbeeld hun paspoort te verlengen of een ID-bewijs aan te vragen wordt de politie ingeschakeld. Dit heeft tot verschillende aanhoudingen geleid. Er worden gesprekken gevoerd om deze aanpak uit te breiden naar Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Daarnaast zal minister Dekker in internationaal verband inzetten op het vaker overnemen van openstaande korte straffen. Op dit moment worden deze straffen nog niet door andere landen overgenomen, waardoor veroordeelden hun straf kunnen ontlopen. Om te voorkomen dat zij onder hun straf kunnen uitkomen door zich lang genoeg (in het buitenland) schuil te houden, bereidt minister Dekker een wetsvoorstel voor om de tenuitvoerleggingstermijnen af te schaffen.
• Uitbreiding straffen. Nu de aanpak succesvol is gebleken voor openstaande gevangenisstraffen, is het zaak deze werkwijze ook toe te passen op andere straffen. Daarom wordt de aanpak uitgebreid naar openstaande schadevergoedingsmaatregelen, ontnemingsmaatregelen en geldboetes. Op die manier kunnen ook andere veroordeelden hun straf niet ontlopen.