Organisatie coronaprotest doet aangifte tegen gemeente Hilversum
Op het Marktplein in Hilversum was het zondag druk: rond de 500 demonstranten verzamelden zich om te protesteren tegen de coronamaatregelen. De gemeente stond het protest onder strenge voorwaarden toe, maar eenmaal op gang leken niet alle demonstranten zich aan de regels te houden. En dus was er geen andere optie voor de gemeente dan het protest vroegtijdig te beëindigen. De organisatie betreurt het besluit en zegt aangifte te gaan doen tegen de gemeente. Ze willen alle kosten op Hilversum verhalen.
Burgemeester van Hilversum Pieter Broertjes had het protest onder strenge voorwaarden toegestaan. Eerder zei Broertjes er bovenop te zitten als het gaat om de regels. "Als mensen zich er niet aanhouden, dan is het jammer." Om de demonstranten te helpen, had de gemeente cirkels op het plein aangebracht om ervoor te zorgen dat demonstranten anderhalve meter afstand tot elkaar bewaarden.
Alleen niet iedereen leek zich aan de regels te willen houden, her en der werden deze zelfs genegeerd. Hiertoe werden zij meerdere malen gewaarschuwd, maar hier werd geen gehoor aan gegeven. Ook de drone die over het plein cirkelde, schrok de demonstranten niet af. Verder was er in grote mate geluidsoverlast.
Toen waarschuwingen geen zin meer leken te hebben, de muziek te hard aanstond en een feestsfeer opkwam, besloot de gemeente het protest vroegtijdig te beëindigen.
Organisator Tinus Koops zegt dit te betreuren. "Wij doen maandag aangifte doen tegen de veiligheidsdriehoek die aanwezig is geweest. En ook tegen de gemeente wegens het vernielen van andermans spullen." Ook vindt Koops niet dat de muziek te hard stond en er een feestsfeer is ontstaan. "Wij zouden muziek draaien, dat wisten ze ook. Dat hadden wij van tevoren duidelijk gecommuniceerd. Ook was er geen sprake van een feestsfeer. Het is zorgen dat je als burgemeester op alle manieren buiten schot blijft."
Ook alle huur en kosten gaat de actiegroep Nederland in Opstand proberen te verhalen op de gemeente Hilversum. De gemeente blijft bij het standpunt: er was geen andere optie dan het stoppen van de demonstratie, omdat de anderhalvemeterregel niet werd gevolgd en een niet gewenste sfeer ontstond.