Bij Bureau Gelijke behandeling zijn in de eerste week van de mondkapjesplicht meer dan tien meldingen binnengekomen van mensen die geweigerd zijn in een winkel omdat ze geen mondkapje droegen.

Al deze mensen hebben een medische of psychische aandoening waardoor ze het gezichtsmasker niet kunnen dragen. De meldingen zijn gedaan na ingang van de mondkapjesplicht op 1 december.

Bureau Gelijke Behandeling neemt de meldingen meteen in behandeling. Volgens een medewerker wordt contact opgenomen met de winkel waar iemand geweigerd is. Uit zo'n gesprek blijkt soms dat winkelpersoneel niet goed op de hoogte is van vrijstelling voor een bepaalde groep. Net na de invoering van de mondkapjesplicht kwam al een aantal meldingen binnen. Arja Kruis van de stichting kwam hierdoor tot de conclusie dat mensen soms onterecht geweigerd worden. Ook komen ze onnodig in discussies terecht.

Eén van de meest recente meldingen die binnenkwam bij Bureau Gelijke Behandeling, is die van Kenneth Gerritsen uit Emmeloord. Gerritsen zegt aan de chronische longaandoening COPD te lijden. Maandag werd hij, samen met zijn vrouw, uit Kringloopwinkel Het Goed in zijn woonplaats gezet, omdat hij zonder mondkapje naar binnen was gegaan. "Ik had mijn pas bij mij. Toen daar naar werd gevraagd, heb ik die getoond. Dat maakte Het Goed niets uit. Je voelt je dan echt een crimineel, terwijl je er niets aan kunt doen", vertelt Gerritsen. "Wij moesten een mondkapje op, of de winkel verlaten." Uiteindelijk koos de Emmeloorder ervoor om de politie te bellen. Die heeft volgens Gerritsen vooral geprobeerd de situatie te sussen. "Mij werd gezegd dat ik de volgende dag op het politiebureau mijn verhaal kon doen en gevraagd of ik de winkel wilde verlaten. Ik heb gekozen om beide te doen."