Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten naar Raad van State
De ministerraad heeft ingestemd met een tijdelijke experimentenwet die het mogelijk maakt om bij verkiezingen te experimenteren met twee nieuwe stembiljetten.
Een nieuw stembiljet is wenselijk, omdat het huidige stembiljet te groot is en daardoor zowel voor de stembureaus als voor veel kiezers lastig hanteerbaar is. Ook gemeenten vragen al geruime tijd om de ontwikkeling van een nieuw stembiljet dat makkelijker en sneller te tellen is. Ook is er de wens om op het stembiljet de partijlogo’s weer te geven om daarmee het stembiljet toegankelijker te maken.
De experimentenwet regelt van welke bepalingen in de Kieswet kan worden afgeweken. De wet leidt niet automatisch tot experimenten. Om een experiment te houden moet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een besluit nemen waarin ook de gemeenten worden aangewezen waar geëxperimenteerd zal gaan worden. Een gemeente kan alleen worden aangewezen als de gemeenteraad van de betreffende gemeente heeft ingestemd met deelname aan het experiment.
Minister Knops geeft aan dat experimenteren met de nieuwe stembiljetten noodzakelijk is voordat er landelijk een nieuw stembiljet wordt ingevoerd: ‘De experimenten laten de werking in de praktijk zien en geven inzicht in de wijze waarop kiezers het beste kunnen worden voorgelicht en ondersteund, bijvoorbeeld met hulpmiddelen, bij het gebruik van een nieuw stembiljet. De experimentenwet is een belangrijke stap op weg naar een verbeterd verkiezingsproces.’
Er wordt toegewerkt naar een inwerkingtreding van de experimentenwet bij de herindelingsverkiezingen van november 2021 of de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 zodat bij die verkiezingen bij enkele gemeenten een experiment kan worden gehouden.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.