Vanaf 27 maart presenteert Museum Hilversum de eerste museale solotentoonstelling van fotograaf William Rutten. De levensgrote portretten vormen een indrukwekkende galerij van bijzondere bekende mannen die scherp en gedetailleerd in beeld zijn gebracht. Rutten laat ons hen van dichtbij observeren, intiem, levensecht en zij staren terug. FACE IT is tot en met 3 mei te zien. 

Jeroen Pauw – William Rutten Louis van Gaal – William Rutten Rob de Nijs 

Het vertrekpunt was voor Rutten het fenomeen dat we ons anders gedragen als we een bekend iemand zien. Als celebrityfotograaf heeft hij veel wereldsterren voor zijn lens gehad, maar door zijn tv-bekendheid ontdekt hij zelf steeds meer de voor- en nadelen van ‘bekend zijn’. ‘We staren ongegeneerd naar iemand die bekend is in de media, maar waarom doen we dat eigenlijk?’, aldus Rutten. ‘Waarom proberen we contact te maken, praten mensen net te hard in de hoop dat de bekende persoon een reactie geeft en kijken we in veel gevallen op tegen zo’n persoon?’  

 ‘Ziel zit in de ogen’  

‘Waar de imponerende portretten je in eerste instantie op afstand lijken te dwingen, dagen de kleine details uit om de gezichten ongegeneerd van dichtbij te bestuderen’, aldus Stef van Breugel directeur Museum Hilversum. Alle mannen hebben een zwarte coltrui aan zodat de aandacht uitgaat naar het gezicht. Door met de nieuwste technieken haarscherp te fotograferen, kijken de ogen je indringend en levensecht aan. ‘De ziel zit in de ogen van de mannen,’ vertelt Rutten. Door deze interactie kijk je naar het individu achter de bekende Nederlander en word je op een bijzondere manier bewust van je relatie met hen. ‘De ene roept warme gevoelens op en de ander misschien wel het tegenovergestelde.’  

 Eerste solotentoonstelling 

‘Deze indrukwekkende eregalerij met ‘bekende koppen’ uit de media, hoort natuurlijk thuis in de Mediastad’, aldus Van Breugel.  Rutten heeft voor zijn eerste solotentoonstelling 75 spraakmakende mannen voor zijn camera weten te krijgen, waaronder Youp van ‘t Hek, Geert Wilders, Rob de Nijs, Matthijs van Nieuwkerk, Herman van Veen, Martien Meiland en André van Duin.