Van Nieuwenhuizen: Nederland voorbereiden op drogere zomers
De extreem droge zomer van 2018 en de droogte die dit jaar voortduurde in Oost- en Zuid-Nederland heeft ons waterbeheer op de proef gesteld.
Bij de ruimtelijke inrichting van Nederland moeten we meer rekening gaan houden met de beschikbaarheid van zoetwater. Ook moeten waterbeheerders zich beter voorbereiden op drogere zomers. Dat zijn de belangrijkste conclusies van de beleidstafel droogte die minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) vorig jaar instelde. In het eindrapport staan nu 46 aanbevelingen om bij een neerslagtekort en lage rivierstanden toch genoeg zoetwater te hebben voor ons drinkwater, de landbouw en natuur.
‘Met deze adviezen, €150 miljoen uit het Deltafonds en een forse bijdrage van de waterbeheerders, kiezen we voor een stevige aanpak om ons watersysteem bestand te maken tegen de drogere zomers,’ aldus Van Nieuwenhuizen. ‘We gaan samen met alle partijen inzetten op het vasthouden van water in regenachtige tijden, zodat we hiervan kunnen profiteren in tijden van droogte. Dat de waterschappen, drinkwaterbedrijven, provincies, gemeenten en Rijkswaterstaat dit goed in de vingers hebben, lieten ze afgelopen anderhalf jaar al zien. Ze hebben keihard gewerkt waardoor Nederland goed door de droge zomers is gekomen.’
‘Het rapport geeft ook een handvat voor een andere aanpak van ons waterbeheer. Moeten we bijvoorbeeld zoveel grondwater blijven oppompen in hooggelegen gebieden waar droge zomers al leiden tot een daling van dat grondwater? Ook kunnen bedrijven die veel water gebruiken hun restwater opnieuw gebruiken, zoals een Brabantse bierbrouwer die nu al aan omliggende boerenbedrijven water levert dat uit de Brouwerij komt.’
Oplossingen
De aanbevelingen van de beleidstafel volgen op de maatregelen die sinds de zomer van vorig jaar zijn genomen. Zo houden waterschappen bijvoorbeeld het waterpeil van sloten op een hoger peil om het grondwater aan te vullen. Rijkswaterstaat zorgt dat het waterpeil van het IJsselmeer op zijn hoogst is bij de start van de zomer, zodat een grotere zoetwaterbuffer ontstaat. Voor de scheepvaart die veel last ondervond van de lage waterstand wordt gewerkt aan het wegnemen van knelpunten. Zo is de start gemaakt met het zoeken naar oplossingen voor de harde bodemlaag in de Waal bij Nijmegen wat bij laagwater letterlijk een drempel is voor binnenvaartschepen.
Lange termijn
De klimaatscenario’s van het KNMI laten zien dat we mogelijk vaker met drogere zomers en minder aanvoer van rivierwater te maken zullen krijgen. Vooral voor de hooggelegen delen in Nederland zijn structurele oplossingen op lange termijn nodig, omdat in deze regio’s geen water vanuit de rivieren aangevoerd kan worden. Op advies van de Beleidstafel Droogte gaan provincies en gemeenten meer rekening houden met de beschikbaarheid van water bij ruimtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld bij de vestiging van een bedrijf dat veel water gebruikt. Daarnaast kan het voorkomen dat bij een extreem droge zomers overheden en waterbedrijven een vrijwillig beroep doen op alle watergebruikers om zuinig om te gaan met drinkwater.